FNRS Informatie Springen


  • Wat zijn S-proeven?
    • een springparcours
    • voorbereiding
    • parcours verkennen
    • losrijden
    • belsignaal
  • Hoe wordt het springen beoordeeld?
    • stijlcijfers
    • strafpunten
    • uitsluiting
  • Wanneer heb ik een promotiepunt?
  • Wat voor prijzen kan ik winnen?
    • diploma
    • prijzen
  • Welke kleding mag/moet ik aan

Wat zijn S-proeven?

De S-proeven bestaan uit verschillende niveaus en hoogtes. Er wordt begonnen bij de S30. Het getal 30 geeft hierbij de hoogte van de hindernis aan. De klassen lopen steeds met 10 centimeter op, totdat de S90 is bereikt. S90 is de hoogst haalbare klasse bij de S proeven. De klassen op een rijtje: S30, S40, S50, S60, S70, S80, S90. Wij bepalen zelf voor welke klasse je je tijdens een wedstrijddag kan opgeven, bv S30/S50/S70.

Een springparcours

Een springparcours bestaat uit een aantal hindernissen welke staan opgesteld in de rijbaan. De hindernissen zijn genummerd (1,2,3,4,….), deze nummer geven de volgorde aan waarin je het parcours moet afleggen.

Heb je dit parcours foutloos afgerond, dan mag je barrage rijden. De barrage rij je direct na je foutloze parcours en gaat over dezelfde hindernissen alleen in een ander volgorde, bijvoorbeeld 3,4,7,8,9.

Voorbereiding

Op de wedstrijddag, wil je natuurlijk dat naast jijzelf je paard er ook goed uitziet. Officieel zorgt de eerste ruiter die erop zit ervoor dat het paard goed verzorgd en geknot/gevlochten is (met de springwedstrijd zijn losse manen ook goed). Uiteraard mogen andere ruiters helpen als zij er later op rijden. Bespreek eventueel hoe laat jullie willen beginnen en wie wat doet zodat er geen onderlinge frustraties komen.

Je mag je paard één uur voordat je gaat losrijden pakken en ong. 20min voor het losrijden mag je gaan zadelen. Je krijg van ons een (wit) dekje, deze worden klaargelegd in de kastjes, je gaat ze dus niet zelf pakken. Heb je een eigen dekje? dan mag je deze gebruiken indien deze schoon is (ivm gebruik bij bv. een verzorgpaard en evt. overdraagbare ziektes) en past. Dit geldt ook voor het gebruik van een oornetje. Niet alle paarden vinden dit leuk dus houdt daar rekening mee. Tijdens het springen hebben sommige paarden een springzadel (deze liggen ook in de kastjes) en dragen ze allemaal peesbeschermers. Deze zijn in het halletje te vinden (in de zadelkamer zit links een witte deur, daarachter liggen ze), maar vaak leggen we ze al klaar in het kastje.

Wanneer het mooi weer is mag je je paard eventueel ook wassen, dit kan bij warme temperaturen alles zijn (lijf/manen/staart) of bij iets mindere temperaturen alleen de staart/benen. Bij koud/slecht weer wordt er niet gewassen. Als je je paard wilt wassen mag je hem 30min eerder pakken dan wanneer je dat niet doet, in overleg mogen evt. andere tijden. Het belangrijkste is namelijk dat het paard de tijd heeft om te drogen.

Bij twijfel vraag het altijd aan de ringmeester/organisator maar het staat meestal ook op de startlijst. 

Parcours verkennen

Voordat je op je paard zit moet je het parcours verkennen, het parcours verkennen gebeurt voor en soms nog een keer tijdens de wedstrijd. Tijdens het parcours verkennen kun je in de rijbaan om zo te bekijken hoe je straks het parcours moet rijden. Je moet hierbij dus naast het basisparcours ook de barrage verkennen. Het parcours verkennen is zonder paard of pony.

Losrijden

Je mag tijdens een springwedstrijd net als bij een dressuurwedstrijd losrijden, het enige verschil is dat bij een springwedstrijd er een aantal hindernissen in losrijbak zullen staan. Houdt er rekening mee van welke kant je een hindernis moet springen (kijk naar de grondbalk)! Spring ook niet continu, dan wordt je paard te moe en heb je kans dat je in het parcours balken meepakt. Ook mag je niet zomaar een hindernis verhogen dat is allemaal in overleg met de ringmeester.

Normaal is het bij de dressuur 20min losrijden. Bij het springen wordt aangegeven op de startlijst wanneer je de losrijring in mag (de ringmeester houdt dit ook bij). Dit komt omdat sommige parcours heel snel gaan en andere heel langzaam. Er wordt dan aangegeven dat als jij nummer 10 bent op de lijst je mag losrijden als bijvoorbeeld nummer 5 de wedstrijdring in gaat.

Belsignaal

Tijdens een springwedstrijd geeft de jury doormiddel van een belsignaal aan wanneer de ruiter mag starten of moet stoppen. Ook geeft de jury doormiddel van een belsignaal aan wanneer zich een onveilige situatie voordoet of als de ruiter wordt uitgesloten.


Hoe wordt het springen beoordeeld?

Stijlpunten

De beoordeling tijdens het springen gaat op stijl, hierbij zijn er 3 onderdelen waarop je beoordeeld wordt:

  1. Wijze van rijden tussen de hindernissen (telt 3 keer)
  2. Houding en zit voor, tijdens en na de sprong (telt 3 keer)
  3. Algemene indruk (telt 1 keer)

Op alle 3 onderdelen krijg je een cijfer van 0 tot 10, deze onderdelen vormen samen je stijlcijfer. 

Strafpunten

Maak je een fout tijdens het parcours dan worden er weer punten van je stijlcijfer afgetrokken namelijk:

  • Gooi je er een balk af bij een hindernis, dan krijg je 2 punten aftrek (per hindernis).
  • Doe je langer dan de maximale tijd over het parcours, dan krijg je 2 punten aftrek
  • Overige fouten zoals: een weigering, vergissing, springen van de verkeerde hindernis, rijden van een volte, starten voor het startsignaal (bel) en dergelijke geeft 4 punten aftrek

Heb je strafpunten tijdens de bassisparcours dan mag je geen barrage rijden.

Uitsluiting

Het maximale weigeringen is 3, daarna is de ruiter uitgesloten. Wel mag je het parcours dan als oefening nog afmaken.

Bij een val van de ruiter (en paard) volgt direct uitsluiting en mag je officieel ook niet verder rijden. Indien geen opgelopen letsel en als de organisatie het toestaat mag de ruiter het parcours nog wel afmaken.


Wanneer heb ik een promotiepunt?

Ook bij het springen zijn er promotiepunten te behalen namelijk:

  • Bij het behalen van 42-48 punten behaalt de ruiter 1 promotiepunt
  • Bij het behalen van 49 punten of meer behaalt de ruiter 2 promotiepunten Indien een ruiter minimaal 3 promotiepunten heeft behaald mag de ruiter de volgende wedstrijd 10cm hoger starten eventueel in overleg. Bij het behalen van 10 promotiepunten in een klasse "moet" de ruiter de volgende wedstrijd 10cm hoger starten.

 

Doe je voor de eerste keer mee? Overleg dan met je instructeur/instructrice bij welke hoogte je mag beginnen.


Wat voor prijzen kan ik winnen?

Prijzen

De prijsuitreiking is bij het springen gelijk als bij de dressuur.

  • Er zijn prijzen te behalen per categorie, de organisatie beslist wat een categorie. Een categorie kan bijvoorbeeld S30 zijn, maar ook S30/S40/S50.
  • Het is mogelijk dat er 2 deelnemers hetzelfde aantal punten hebben behaald, in dat geval geldt de ex-aequo-regeling: wanneer er 2 ruiters of meer hetzelfde aantal punten hebben, wordt er gekeken naar de stijlpunten bij punt 3 (Houding en zit voor, tijdens en na de sprong), zijn deze ook gelijk dan wordt er gekeken naar de stijlpunten bij punt 2 (Wijze van rijden tussen de hindernissen), zijn deze ook gelijk dan zijn er 2 of meerdere winnaars.
  • Afhankelijk van het aantal deelnemers, worden er diverse prijzen weggeven. Bij een FNRS wedstrijd worden er bekers met de daarbij behorende rozet weggeven.

Diploma

Met een springwedstrijd (S-Proeven) kun je net als bij een dressuurwedstrijd (F-Proeven) een diploma behalen. Je kan alleen een diploma behalen in de even proeven (S40, S60 en S80). Je hebt een diploma behaalt wanneer je minimaal 3 promotiepunten in de S40, S60 of S80 hebt.

Aan de diploma's zitten geen extra kosten verbonden.


Hoe weet ik wat ik aan moet?

De kledingvoorschriften tijdens het springen zijn gelijk als bij de dressuur, namelijk

A: Het veiligheidshoofddeksel (cap) dient NEN-EN 1384-2012 gekeurd te (ook verplicht bij het losrijden of inspringen). Deze norm vervangt de voorgaande edities van NORM NEN-EN 1384.

B: Paardesprong shirt of sweater etc. + witte of donkere rijbroek

of effen sweater/witte blouse met lange mouwen + witte of donkere rijbroek

of Rijjasje + plastron/stropdas + witte blouse + witte handschoenen + witte rijbroek (= officieel wedstrijdtenue)

let op Haren dienen vast te zitten in een staart/vlecht of knot

C: Bij het officiële wedstrijdtenue zijn witte handschoenen verplicht, bij het andere tenue zijn handschoenen niet verplicht, maar draagt men ze wel dan moeten het witte handschoenen

D: Rijlaarzen, rubber of leer of jodphurschoenen in combinatie met minichaps (zonder franjes).

E: De maximale toegestane lengte van een zweep is 75cm (springzweep).

F: Bodyprotector is niet verplicht, maar wordt wel aangeraden!